dinsdag, juli 28, 2009

Boeken zonder Zeeman

Een ramp heeft zich voltrokken: Michaël Zeeman is dood.
Hersentumor. Waar krijg je dat toch van? Eerst Patricia de Martelaere, nu Michaël. En dan zal ik nog wel iemand vergeten.
Ik kende hem persoonlijk. Althans, ik heb hem eens ontmoet bij Athena’s boekhandel. Wij maakten een praatje over Elizabeth Eijbers.
- Weet je wat het is, zei ik tegen hem, ik vind haar gedichten wel mooi, maar ik weet niet hoeveel effect ze cadeau krijgt door dat mooie Afrikaanse taaltje.
Hij ontstak in enthousiasme: over precies deze kanttekening had hij een essay geschreven in de krant. Of ik dat had gelezen.
- Nee, zei ik, dit kwam zo maar in me op.
Zielsverwanten, de cultuurpaus en ik.

- Het ergste, meldt Mosco vanuit Cambridge, is dat hij ons debuut nu niet meer kan bespreken in zijn programma.
Want die debuten, mensen, die komen eraan. En wij zagen al voor ons hoe Zeeman met boeken vanwege deze belangwekkende toevoegingen aan de Vaderlandse letteren opnieuw zou worden opgenomen. Rond de tafel zitten Bas Heijne, Nelleke Noordervliet en Maarten Doorman, speciaal opgetrommeld voor deze gelegenheid, allemaal wat ouder, dikker, grijzer. Aan het hoofd zit Michaël met nog datzelfde gekke haar. Hij houdt beide handen in de lucht, toont in de ene De Gastrodetective en in de andere De eigentijdse doktersroman. Zijn woorden tuimelen over elkaar, hij hapt naar adem tussen zijn zinnen door: twee debuten als oerknallen, dit moeten we bespreken, Bas, Nelleke, Maarten, fijn dat jullie hebben kunnen komen, ik zeg de Nederlandse literatuur leeft weer met deze geestige doch diepzinnige romans, maar natuurlijk wil ik ook graag weten wat jullie te zeggen hebben over deze meesterwerkjes. Bas, kunnen we weer spreken van de grote drie?

donderdag, juli 23, 2009

napraat over Brüno

Batjah (bekend van Bonny & Batjah) wilde met mij naar Brüno. Ik zou misschien met Coco, maar wilde ook met Batjah, vooral omdat Coco misschien wel zou afhaken. Kortom we zouden samen gaan, dat was min of meer de afspraak.
Van de week kreeg ik dit smsje: lieve vriendin, we hebben een busje gekocht! Klein, doch fijn. Nu 10 dagen zeilen met mn moeder en mn haar is geknipt. Ga bruno kijken opdat we kunnen napraten!
Nu vraag ik je! Hondstrouwe Bonny is gedist.
Wat te doen?
Huilen? Nee.
Boos worden? Nee.
Die film alleen kijken? Nee.
Die film kijken met Aliesje (bekend van radio en tv) en Nopi (überbekend als dj SoNori)? Ja. En napraten op het wijde web, want voordat we Batjah weer zien is dat haar alweer lang.

Dinsdagavond was het zo ver. Ik zat in zaal 8 van Pathé (hu) tussen mijn lieve vriendinnen in. Ik had koffie voor 1,90, dat vond ik aan de dure kant, op mijn werk kon je dezelfde drab gratis krijgen op de zesde verdieping en dat vonden we al te veel moeite!
Aliesje verwachtte niet te veel van de film, maar ze was toch in de stad en kon wel even naar de bios komen. Nopi wilde wel een keer naar een film die haar helemaal niets leek, bij wijze van experience. Ik daarentegen, verwachtte ondanks de wat matte recensies, dat deze film een knaller zou zijn!
Drie keer raden wie het goed had ingeschat! Bonny! Bonny! Bonny!
We hebben ons kostelijk vermaakt. Ik heb genoten van de dildofiets die overal mee naar toe werd gesleept en die ook nog eens dienst deed als aanduwer van de wieg van de zwarte adoptiebaby. De malle pakjes waren weergaloos, zoals de knotsgekke creatie die Brüno droeg tussen de orthodoxe Joden in Israël. Een enkele scène was afschuwelijk slecht, maar daar stond veel dijenkletserij tegenover: Africa is een geweldig land, full of afro-americans.
Als je denkt dat je met de trailer de hele film wel hebt gezien, heb je het mis. En van het gemekker van critici die vinden dat de spontaniteit er na Borat en Ali G wel af is, moet je je niets aantrekken. Het is juist spannend dat je niet weet of iets in scene is gezet of niet. Hoe dan ook is het bewonderenswaardig hoeveel lef Sacha Baron Cohen heeft en hoe knap en overtuigend hij in zijn rol blijft.
Aliesje bedankte mij na de film voor het initiatief. Nu had ze weer iets actueels gezien en kon ze ergens over meepraten. Ze zong vrolijk het slotlied van de film: Ich bin Brüno, dove of peace. We constateerden dat we allebei aan Paul de Leeuw uit de jaren '90 hadden moeten denken.
Nopi was ook tevreden. Ze vond de scène met de zoenende mannen in de freefightkooi geweldig. Ze verbaasde zich erover dat het slotlied nog geen grote hit was, omdat er allemaal wereldsterren aan meewerken.
“Dat is het misschien wèl, zei ik, weten wij veel wat er in de hitlijsten staat?" Maar het zou mij juist wel verwonderen.

Bezoek op de tuin

Daar zaten aan de picknicktafel onze oude vertrouwde zelven in klusbroeken en vale, verknipte t-shirts. En daar kwam als in een halo van licht de jonge, frisse Yuta in een naar het leek gesteven, getailleerd blousje en een elegante pantalon.
Ze keek met grote ogen naar ons gezelschap. Waar was ze terecht gekomen? Ze deed haar koptelefoon af en stopte haar ipod in haar handtas. Ik peuterde wat zand weg onder mijn nagels, haalde een hand door mijn haar, poetste achter mijn hand mijn tanden met mijn tong en vroeg met de balorigheid van iemand die niets te winnen had:
- Wat heb je erop staan?
Weer die verbaasde blik. Ik herhaalde mijn vraag
- Tosca, antwoordde ze.
Nu was het mijn beurt om verbaasd te zijn. Opera op de mp3 speler, onderschat ze niet de jeugd van tegenwoordig.
- Wat gaaf! Van Puccini toch?
- Huh?
- Tosca, de opera van Puccini?
- Nee, Tosca de band. Althans ik geloof dat dat het laatste was dat ik ervoor had. Wil je het horen?
- Nee dankjewel, antwoordde ik, ik was gewoon nieuwsgierig.

maandag, juli 20, 2009

Vervelender dan Spinvis

Er is gebakkelei over het maximumloon van omroepmedewerkers. Jezes, wat een stom onderwerp, maar we moeten toch even verder, want er is een punt waar ik naartoe wil schrijven. Plasterk heeft besloten dat nog maar vier of zes publiekeomroepmedewerkers meer dan Jan Peter van Balkenende mogen verdienen. Dat geeft natuurlijk gezeur, want wie moeten dat dan zijn en waarom kan niet iedereen rondkomen van wat is het eigenlijk? (je ziet ik heb me goed gedocumenteerd). Er zijn immers zoveel vervelende mannetjes in Hilversum die voor veel geld vervelende vragen stellen aan andere vervelende mannetjes, het wordt moeilijk kiezen. Gelukkig hebben de kijkcijferkannonnen allemaal bv'tjes waar de omroepen het geld naar kunnen storten, zodat niet doorzichtig is wat loon is en wat betaald wordt voor het programma dat ze leveren in het algemeen. Of zoiets. God, waar ben ik aan begonnen.
Afijn, dan is daar zo'n amoebe, Rik Felderhof, nog nooit een programma van gezien en die heeft wat gezegd in de NRC, namelijk dat hij helemaal niet bang is dat zijn loon in het geding komt omdat hij dus zo'n bv heeft. Hij werkte zo'n twintig uur in de week en kreeg daarvoor zes euroton van de NCRV. Hij heeft het goed voor mekaar vindt ie zelf. Een andere meneer, Hagoorth, windt zich op over Felderhofs arrogantie en daar heb ik een artikel over gelezen. Daarom weet ik dit allemaal. Bij dat artikel stond een foto van de man van zes ton en daar wilde ik het over hebben.
Wat bezielt die kerels om zo'n t-shirt onder hun bloes aan te trekken? Het is echt geen gezicht. veel te hoog sluitende boord. Heeft ie dat ook in zijn programma's? En trekt ie dan ook dat nare zelfgenoegzame hoofd erbij? Ik dacht dat ik Spinvis HEEEEL vervelend vond, maar Rik Felderhof is hem met deze foto al ruimschoots gepasseerd.
Dat was het punt dat ik wilde maken, over dat t-shirt. Ik neem aan dat er al genoeg over geschreven is door modejournalisten, maar ik moest het ook kwijt. Volgende keer maar weer een stukje over de fauna, ik ben kapot.

zondag, juli 19, 2009

Vroege vogel

Ik zie graag dat de dieren zich aan onze infrastructuur houden. Een kat die oversteekt bij het zebrapad, en zijn weg vervolgt over het trottoir kan rekenen op mijn waardering.
Ik heb het niet op de muizen in mijn tuinhuisje, maar ik voelde toch enige sympathie toen ik ze gisteren hondsbrutaal via de voordeur in en uit zag trippelen. Dan voel ik de behoefte om een heel klein deurmatje neer te leggen of een minideurbel. Bovendien weet ik nu ook dat ze weer naar buiten gaan als ze klaar zijn binnen.

Gisternacht had ik in een zeldzame aanval van slapeloosheid. Hoe is het mogelijk dat het anders zo goed gaat, dacht ik, dat slapen. Om half zes was ik het wakkerliggen moe en ik besloot tot een ochtendwandeling. Het was nog net niet echt licht. Toen ik de deur opende zag ik een onverwacht grote gedaante in de lucht. Hij bewoog zich naar buiten mijn gezichtsveld. Gefascineerd sloop ik naar het pad en gluurde om het hoekje. Wat ik toen zag was meer dan ik ooit had durven dromen. Op de lantaarnpaal voor mijn huisje zat een enorme uil. Ik overdrijf niet: ENORM. Geen idee wat voor type, maar hij was wel tien keer zo groot als het ‘decoratieve’ geval dat bij de buren in de tuin staat. En een partij harig!
Goudvinken heb ik al gehad in mijn tuin, laatst een ontspannen winterkoning op de vlonder, en daar was ik al zo blij mee. En dan nu dit. Een enorme uil! In mijn eerste seizoen nog wel. Mijn hart klopte in mijn keel, ik voelde mij een beetje dronken van geluk.
Ik deed een stapje om de vogel nog beter te bekijken, dat was een jammerlijke beslissing. De uil sloeg zijn enorme vleugels uit en smeerde hem d’r vandoor. Precies boven het pad, geruisloos zoals het hoort in vroege morgen.