zaterdag, december 22, 2007

Makrodroom

Vannacht droomde ik dat ik weer naar de Makro ging. Tussen de schappen met levensmiddelen was een koffiehoekje ingericht. Koffie en sap stonden al ingeschonken in papieren bekertjes.
Gretig als ik ben nam ik een koffie èn een sinaasappelsap. Ik ging zitten, plotseling stond er een vrouw met makroschort voor voor mij.
- Dat is dan €7,85
- Wat? Is dat niet wat prijzig? Bovendien dacht ik dat het gratis was.
- Het is vers sap.
- Zo smaakt het niet.
Achter haar zag ik een pak appelsientje staan. Helaas kwam ik niet in verzet en betaalde ik.
Gisteren droomde ik dat ik wakker werd van het geluid van de buurvrouws draaiende wasmachine. Ik heb de indruk dat mijn onbewuste mij momenteel niet zo veel te melden heeft. Dit is ongetwijfeld het gevolg van een evenwichtig zieleleven, goed nieuws dus zou je zeggen. Toch zou iets meer avontuur wel op prijs worden gesteld.

donderdag, december 20, 2007

Makro 2

De makromagie blijkt een wijdverbreid verschijnsel te zijn; tientallen reacties heb ik mogen ontvangen op de vorige episode.
Het hartverscheurendste verhaal kwam van Janavel, een stoere, gevoelige vrouw uit de Hortusbuurt. Vorige week vrijdag kwam ik haar tegen op de binnenrand van het Plantsoen. Ze fietste op me af, kneep tijdig in de remmen gelukkig en zei zonder veel inleiding:
'Dat makrogevoel, Bonny, is zó herkenbaar. Die verwachting, die spanning, die heb ik vroeger ook meegemaakt. Alleen ik kreeg helemáál niks. En om het nog erger te maken: mijn vader nam mijn broer en mij altijd mee, en liet ons wachten in de auto terwijl hij inkopen deed. Wanneer hij terugkwam konden wij door de van onze adem beslagen raampjes niet eens zien dat er niets voor ons in de winkelwagen zat. Nog geen rolletje pepermunt.'
Er viel een stilte. Ik legde een troostende hand op haar schouder.
'Stil maar, zei ik, 'stil maar, want moet je luisteren....'.
Ik boog me naar haar toe alsof ik iets in haar oor ging fluisteren, besloot toch een dansje te maken, en riep handenklappend uit:
'IK HEB NU ZELF EEN MAKROPAS! Yes yes, ik kan er in- en uitlopen wanneer ik maar wil en jij mag mee!'

En dat is de waarheid, beste lezer: sinds vorige week ben ik makropashouder. Dan kijk je ineens heel anders tegen zo'n Bonny Droevee aan, of niet soms? Aliesje beweert boosaardig dat elke Nederlander wel op de een of andere manier toegang tot de Makro heeft, maar daar trappen we niet in. Ga maar na bij jezelf. Hoewel...je kunt nu met mij mee. Per keer mag ik één introducé meenemen.
Onlangs ben ik, niet met Janavel maar met Clélia van Moerle, op verkenning geweest naar de Makro. Dat was een emotioneel avontuur met onverwachte wendingen, dat kun je op je vingers wel natellen. Ik wil er graag verslag van doen, maar wacht nog even op de foto's.

donderdag, december 13, 2007

Makro 1

Onze buren waren de hipste mensen van de straat. Als eerste hadden ze zowel binnens- als buitenshuis een zitkuil, ze gingen liefst twee keer per jaar op vakantie en zijn na een spectaculaire overspelaffaire, die de buurt maandenlang in haar ban heeft gehouden, gescheiden. De ware popsterallure ontleenden ze echter aan een klein stukje plastic: de Makropas.
Wij hadden een onwankelbare, eindeloos lange ladder waarvoor zelfs onbekende dorpsgenoten uit de Wielewaalstraat langskwamen als ze de windveer wilden schilderen, maar de Makropas, dat was buitencategorie.
De groothandel was een paradijs waar je de belangrijkste dingen van het leven voor een habbekrats kon kopen.
‘Uit Hengelo', zei mijn buurjongen altijd achteloos als hij op straat paradeerde met zijn nieuwe BMX, leren adidasbal of denim bodywarmer. Dan wisten we het wel: bij de Makro vandaan. Een makropas bezitten of miljonair zijn, veel verschil maakte het niet in de praktijk.
Op een dag, wij zaten aan het avondeten, zei mijn vader: 'Morgen ga ik met Gerrit mee naar Hengelo.’ Met onverholen trots keek hij de tafel rond. De vreugde die toen losbrak... mijn zus en ik trommelden met ons bestek op tafel, gaven elkaar high fives boven onze borden met macaroni en brulden in de euforische roes die alleen onbevangen consumentisme teweeg kan brengen al onze wensen door de ruimte.
De blijde verwachting waarin we de volgende dag verkeerden degradeerde elke bezigheid tot loos tijdverdrijf. Mijn zus en ik waren zonder overtuiging aan het stoepranden toen wij aan het eind van de middag eindelijk Gerrits station wagon de hoek om zagen rijden. Wij renden de auto tegemoet en speurden door de raampjes naar makkelijk waarneembare objecten als pingpongtafels en crossfietsen.
Als onstuimige honden belaagden we mijn vader nadat hij uit de auto was gestapt: ‘Heb je dit, heb je dat?' Hij antwoordde niet en begon gevolgd door onze gespannen blikken met Gerrit de kofferbak te ontladen.
Grote tonnen waspoeder kwamen tevoorschijn, gevolgd door industriële hoeveelheden rijst, houdbare melk en vooral wc-papier. ‘Koning, keizer, admiraal, schijten moeten ze allemaal’, zong hij vrolijk als hij weer een grootverpakking van de achterbank toverde. Al die kostbare laadruimte verdaan aan wc-papier, we konden er niet over uit. Gedesillusioneerd gingen we naar binnen.
Toen mijn vader klaar was met uitruimen kwam hij naar me toe.
‘En die is voor jou’, zei hij voldaan. Vanachter zijn rug haalde hij een doos met 25 rollen King pepermunt tevoorschijn. Ik pakte het aan, teleurgesteld, maar toch ook gefascineerd door de duizelingwekkende hoeveelheid snoep. Ik nam er een paar rollen uit en legde ze naast elkaar op mijn hand.
‘Och jee, is dat wel verstandig?’ riep mijn moeder en tegen mij: ’pas op dat je jezelf niet vergiftigt.’ Ze was ervan overtuigd -en god mag weten waar die overtuiging vandaan kwam- dat pepermunt een gevaarlijke dosis spiritus bevatte.
Binnen een maand was de doos op. Een jaar later kwam de tafeltennistafel, een crossfiets heb ik nooit gehad.