maandag, juli 30, 2007

24 uur in Montbard

Wij bellen vanuit de auto naar de camping in Montbard. Is er nog plek? Moeten we reserveren? Een spottend geluid aan de andere kant van de lijn. Plek zat. A tout à l'heure dan! Dat dorp is dood, zeggen we tegen elkaar.

"Wist je dat de tgv hier stopt in Montbard?" vraagt de eigenares van de boekwinkel. We zijn maar één uur van Parijs. Het is nu mogelijk rustig in de campagne te wonen en 220 kilometer verderop in de metropool te werken. Maar dat kost wel wat natuurlijk, is alleen weggelegd voor de "cadres". Het is goed toeven hier, leuke activiteiten te over: zo is er donderdag een wandeling "op zoek naar" Buffon die hier vandaan komt. En er is een filmhuis waar niet alleen mainstreamfilms worden gedraaid.
Wij naar dat filmhuis. Elke dag één film, vanavond Die Hard 4. Montbard is dood, zeggen we tegen elkaar.

We willen naar een bar. Je snapt wel waarom. Alles gesloten behalve de kebabzaak. Op de terugweg komen we een oude Montbardaise tegen. Ze woont alleen met 11 katten en een afgedankte circushond. Montbard est mort, zegt ze. En de tgv en het filmhuis dan? vragen wij. Dat stelt niets voor. Iedereen gaat weg en het is stil. Zelfs haar dochter komt niet meer langs. Voelt zich te goed nu ze in Beaune woont. "Jullie gaan zeker ook weer weg?" Er zit niks anders op. Montbard is dood, maar de D980 langs de camping leeft, dag en nacht.

vrijdag, juli 27, 2007

Rasmussen, o la la

De kijk- en waarderingscijfers van de Tour de France hebben niet te lijden onder alle schandalen. Au contraire! We smullen ervan met z'n allen. Wat de sportieve waarde van deze wedstrijd is, kunnen we niet goed inschatten, maar dat dondert er ook niet zo toe.
De Tour gaat over afzien, een veel te zware inspanning leveren in een nostalgisch landschap. Deze inspanning is alleen maar zwaarder geworden omdat er voor de renners niks meer valt te winnen. We zijn dus dichter bij de essentie van het evenement gekomen.
Tuurlijk was Rasmussen in Mexico. Ik weet het zeker. Een goede leugenaar zorgt altijd voor stukjes waarheid in zijn leugen, zodat hij er ook zelf in kan geloven. Ik hoop wel dat we beelden van zijn vliegticket te zien krijgen of op zijn minst betalingsbewijzen. Het gaat ons allemaal aan tenslotte, de Tour is van ons de toeschouwers, zei de directeur Prudhomme gisteren.
Rasmussen was ook in Italië. Ook dat weet ik zeker. In de Dolomieten, gebied met veel naaldbomen, dus ideaal voor wielrenners.
Het lijkt me leuk als er een ander verhaal achter zit. Een buitenechtelijke affaire. Vrouwlief denkt dat Michael op stage is in Chihuahua, terwijl de stoere renner zich laat masseren door een Italiaanse schone in Baselga di Pinè. Tussen de bedrijven door toch even trainen, in de stromende regen in de hoop niemand tegen te komen, maar dan had hij buiten Davide Cassani gerekend. Bemoeizuchtig stuk vreten. Doorkruist heel Italië, weer of geen weer, speurend naar renners die zich daar stiekem ophouden.
Rasmussen kan maar beter open kaart spelen, zijn huwelijk is nu toch een hopeloze zaak, onuitstaanbaar als hij de komende maanden zal zijn. En welke krant zal als eerste de Italiaanse vrouw weten op te sporen? Ik verheug me op de koppen "Testosterongehalte Rasmussen zonder weerga", "Bij de bolletjestrui hoort een bolletjesbroek" etc.

maandag, juli 16, 2007

In plaats van werken

Wie kent hem niet: Benno Baksteen, luchtvaartdeskundige. Te mooi om waar te zijn, die combinatie van naam en beroep. Slagers die Beenhakker of Vleeshouwer heten vind ik minder grappig, want dat klopt te goed. Dan liever slagers die Bakker heten.
Op de site echtenamen staat een verzameling gekke, bestaande, Duitse namen. Zou je behandeld willen worden door een internist met de naam Alexander Krebs? of Frank von Au?
Misschien heb je meer vertrouwen in psychologe Brigitte Ohnesorge.
Dubbele achternamen of aangetrouwde namen kunnen doldwaze resultaten opleveren. Zo heb ik in mijn eigen familie een tante Wil Helmus als ze nog leeft. Ook spektakulär: Joseph Glas-Klar, Nikolaus Immer-Klever.
En dan zijn er de namen die een zin opleveren, de Satzbildner, zoals de zangeres Leanne Rhymes (she does, doesn't she?). Auf Deutsch: Rudolf Liest, Sabine Fingert etc.

Verspilde tijd?

Ik word vast wel een jaar of tachtig. Nog 46 jaar te gaan, ongeveer 17000 avonden. Is dat veel of weinig? Of om ter zake te komen: zijn het er genoeg om er een van door te brengen met het kijken naar Superman I en II?
Mijn eigen eerste antwoord is: ja.
Maar waarom? Het is pulp, het is niet te harden Amerikaans, dus vervelend moraliserend, het is inconsequent (bijv. waarom moet Clark Kent zijn bril afdoen om door dingen heen te kunnen kijken? (ik val over dat soort dingen)).
Maar ik ga me er ook goed door voelen. Superman is een prettige verschijning ondanks die onderbroek. En het leukste vind ik Clark Kent, de onhandige sukkelaar achter wie niemand de superheld vermoedt. De man op wie Loïs Lane echt niet verliefd kan worden. De romance tussen haar en Superman zie je dan ook onherroepelijk op de klippen lopen zodra de laatste zijn superkrachten heeft opgegeven voor haar. "Where's the man I fell in love with?" vraagt ze zich vertwijfeld af. Er blijft niets bijzonders van je over zodra je de liefde voorrang geeft.
Als gewone sterveling is hij kansloos tegen de eerste de beste boer in een caféruzie om een barkruk. Onthutsend vond ik dat hij later, weer in bezit van zijn superkrachten (hoe kon dat? het was toch een onomkeerbaar proces?), teruggaat naar dat café om die man een lesje te leren. "I've been working out", zegt hij triomfantelijk als hij hem alle hoeken van de zaak heeft laten zien. Superman op zijn kleinst.
Als Superman III "ervoor" komt ga ik weer kijken. Daarin is de held nog menselijker en zet hij uit verveling de toren van Pisa recht.
Overigens kijkt Clark Kent zelf geen televisie, "too much violence". Hij leest liever Dickens.

zondag, juli 15, 2007

Thoreau en Canetti

Coco en ik zijn in de boekhandel.
- Heeft u ook boeken van Elias Canetti?
- Ik zal het even voor u nakijken... We hebben alleen Stemmen van Marrakech op voorraad. Dat zijn reisnotities, het staat dan ook boven bij de reisverhalen.
- Verder niks? Maar die man heeft de Nobelprijs gewonnen! zegt Coco quasi-verontwaardigd.
Toch was er verder niks van Canetti.
- Laten we nog meer Nobelprijswinnaars noemen, zeg ik balorig. Dario Fo? Kenzaburo Oë? Niets van op voorraad zeker?
Alsof die Nobelprijs ons iets kan schelen, maar een mens moet wat.
Gelukkig had Coco nog meer te wensen.
- En Walden van ik weet niet hoe je het uitspreekt, is dat er wel?
De meneer zoekt het op. Er is één exemplaar van, tenzij het net op dit moment wordt gekocht. Ja dat snappen wij ook wel. Hij weet ook hoe je de naam van de schrijver uitspreekt: als Thoreau en niet als Theroux.
We worden naar de afdeling filosofie in de kelder gestuurd en zo waar! niemand is ons in de afgelopen drie minuten voor geweest. Coco is in haar nopjes. Ik was dat al, want ik trof zomaar een Album Montaigne aan en sta mijzelf toe Boven is het stil, de winnaar van de prijs voor het mooiste boekomslag, te kopen.

- Waar gaat dat Walden eigenlijk over? vraag ik als we buiten staan met onze buit.
- Het is het verslag van een man die zo'n afkeer kreeg van de consumptiedrang van de mensen, dat hij bij wijze van experiment zich heeft afgezonderd in het bos om daar zo eenvoudig mogelijk te leven.
- Haha, lach ik. Op naar Godert Walter, daar hebben ze vast wel wat van Canetti.

woensdag, juli 11, 2007

Save the struggle

Ik moet Roel Mosco op de hoogte brengen. Hij woont nu al jaren in het buitenland en kent zijn land niet meer terug als het zo doorgaat. Dat er allerlei rare dingen gebeuren in de politiek, dat homo’s weer ouderwets in mekaar worden geslagen, dat er steeds ranziger programma’s op de televisie komen, weet hij wel, dat kan hij lezen op internet of op de buitenlandpagina van El País. Het gaat om de kleine dingen die het nieuws niet halen en de expat nooit zullen bereiken. Zoals dat er nu hartige sultana bestaat. Een overbodig product dat als tussendoortje volkomen faalt omdat het a) niet lekker is, b) niet vult en c) een ongekend droge klus genereert. En natuurlijk ook weer per drie verpakt, de arrogantie.
En nu dit. Het is er al een tijdje, maar ik had er nooit echt bij stilgestaan hoe gek het is. Pas nu een dreigende financiële terugval mij dwingt over te stappen van biologische naar gewone producten en ik gisteren zo’n pak heb gekocht, dringt de mafte ervan echt tot mij door:
het tetrapak mèt schroefdop boven een gestanst gat.
Een flitsonderzoek op internet wijst uit dat de verpakkingsindustrie een flinke business is waar vele gezinnen van kunnen eten, dus zal ik niet gaan klagen over verspilling van tijd, energie en plastic. Ik, de consument, was bovendien zelf niet tevreden over de oude verpakking lees ik. “Het openen van deze verpakking was lange tijd een probleem. Omdat het pak volledig gevuld was, kwam bij openen van het pak al snel product naar buiten.”
Wat deze ontwerpers niet weten is dat ik juist gek ben op kleine obstakels. Die grote Verkaderepen waar je een pikhouweel voor nodig hebt om er een partje vanaf te breken, ik zou ze niet willen ruilen tegen een doosje met losse chocolaatjes. Ik hecht te veel aan de kleine dagelijkse worstelingen, ze laten me in de waan dat we nog niet compleet gedecadeerd zijn.

dinsdag, juli 10, 2007

44 seconds of fame

Gisterochtend was ik op de radio! Op de regionale zender weliswaar, maar je moet ergens beginnen. Ik fietste door de provincie en voelde me goed. Het was vroeg nog: ik was voor achten van huis weggegaan en was eenmaal voorbij Noorddijk nauwelijks een levende ziel tegengekomen.
Het is er mooi op het Hogeland. Nostalgische dorpen met adembenemende kerken zoals in Stedum op spectaculaire wierden zoals in Westeremden. Op de weg tussen die twee dorpen werd ik staande gehouden door maar liefst drie reporters van Radio Noord.
- Goedemorgen, wie ben jij?
- Bonny Droevee
- Mogen we je wat vragen, Bonny?
- Tuurlijk
- Wat vind je van deze weg?
- Prima weg.
- Echt waar? Kijk eens naar de zijkant?
- Grind...
- Precies, helemaal versleten!
- Hoe komt dat? vroeg ik stompzinnig.
- Dat komt van de auto's. Hartstikke gevaarlijk, vind je niet?
- Nou!
- Doe voorzichtig Bonny!
- Doe ik.
Met een licht schuldgevoel fietste ik door. Ik had geen steentje bijgedragen in de strijd voor goede wegen. In Westeremden had ik nergens meer last van toen ik zag dat een groot deel van de huizen versierd was langs het verlengde van de versleten weg. Ze hadden de postcodeloterij gewonnen.

vrijdag, juli 06, 2007

Een nieuw leven

Vijf jaar geleden, deze tijd van het jaar, ben ik, ondanks een ernstige vorm van leesverslaving en een daarmee samenhangende zwaarlijvigheid, van Groningen naar Parijs gefietst. Het idee was om vóór het peloton de Champs Elysées te bereiken en dat is gelukt. De tourrenners waren nog aan het ploeteren in de Alpen toen ik met een bos bloemen in mijn hand triomfantelijk over de Boulevard Voltaire reed.
Voor ik aan mijn tocht begon hoopte ik in mijn afzondering tot nieuwe gedachten en zelfs inzichten over het leven te komen. Die zouden wellicht kunnen leiden tot een plan voor datzelfde leven. Maar nee, de zorgen over de losse spaken in mijn achterwiel (uiteraard was ik vertrokken zonder enig gereedschap of technische kennis), de darmkrampen die ik kreeg van het koude tapwater waarmee de Belgische kroegbazen mijn bidons vulden, de klapband op zaterdagmiddag 20 kilometer van St Quentin, waren veel urgentere problemen. En als ik dan eens een dag zorgeloos kon fietsen, werd ik te zeer in beslag genomen door de route, de ravitaillage en de slaapplaats voor die avond om mij met diepere zaken bezig te houden.
Terug in Groningen besefte ik pas wat de winst was van de onderneming: die overzichtelijke problemen en praktische zorgen waren juist heel prettig. Ze maakten het leven leefbaar. Kom daar maar eens om in een negentiende-eeuwse roman!
Deze staat van zijn wilde ik weer bereiken, maar bij gebrek aan eeuwigdurende fietsvakantie, moest ik tot een ingedikte vorm komen: joggen. Wat ooit ondenkbaar was geschiedde: ik ging vrijwillig hardlopen. Nog steeds loop ik twee keer in de week mijn rondje en dan ben ik dankbaar voor de pijntjes in de betrokken gewrichten, en de zwermen insecten die mijn gezichtsopeningen binnen willen vliegen.
Ik heb nog steeds geen plan.