maandag, december 20, 2004

Twee dingen

Zonder dat je een ander zou willen zijn (dat nooit!), neem je zelden genoegen met jezelf.
Waarom ben je bijvoorbeeld zo gevoelig voor het weer? Vrolijk als de zon schijnt, sip als het mist of regent.

En dan schijnt de zon en je denkt: ik moet eruit! Dat duurt en duurt, want de afwas moet gedaan, een instantie gebeld, een kerstkaart geschreven. Tegen een uur of vier is het zo ver, net voor zonsondergang, je hebt nog een uurtje daglicht.
Je loopt door de weilanden aan de rand van de stad, richting ondergaande zon. In de verte zie je een rookpluim boven de pijp van van de suikerfabriek (hier niet te ruiken), de silhouetten van de Martinitoren en de A-kerk.

Even stoppen niet lopen, leunen tegen een paal, kijken naar de blauwgrijsrood gestreepte lucht. Dat duurt een minuut (is langer dan je denkt), dan komt er een fietser aan.

Wat doet die aansteller bij die paal? Denkt zeker dat ze een dichter is. Ze kijkt op haar horloge, slaat haar armen over elkaar, hupt van het ene been op het andere. Oh, zeker aan het wachten op iemand. Vreemde plek om af te spreken. Tou maar dan.

Dat en de afhankelijkheid van het weer.

woensdag, december 15, 2004

Sir Aliesje

- We moeten erheen!
Aliesje heeft net de Boekhandelaar van Kaboel gelezen en maakt zich zorgen over de positie van de vrouw in Afghanistan. De Taliban is weg, maar nu doen de vrouwen aan zelfcensuur. Ze durven de burka niet meer uit te trekken, ze durven niet in de buurt van mannen te zijn. Er moet iets gebeuren, dit kunnen we niet negeren.
- En de vrouwen in Afrika dan? merkt iemand op.
Ja, die moeten ook nog. Hoe kunnen wij hier vrolijk leven terwijl er elders afschuwelijke dingen gebeuren?
Aliesje is een nobele ridder. Voor de vrouwenzaak wil ze alles uit de kast halen, maar over twee weken gaat ze verhuizen. Vandaag moet de schuur opgeruimd en morgen een keuken uitgezocht.
- En na de verhuizing zal het er ook wel niet van komen, zegt ze eerlijk.

vrijdag, december 03, 2004

Niemand nodig

Ik zit op de bank en eet een banaan. Ik gooi de schil achteloos in de prullenbak vijf meter verderop. Raak. Ik trek een gezicht of mijn bananenschillen altijd doeltreffen en ga verder met waar ik mee bezig was. Een quiz kijken. Ik beantwoord alle vragen hardop op een verveelde manier alsof ze veel te makkelijk voor me zijn.
Wie probeer ik te imponeren? De Aivd? Jeremy Paxman?
Mijn god, wat ben ik goed.

woensdag, december 01, 2004